Jean Francois Rauzier - Bibliothèque

donderdag 13 mei 2010

Vergankelijkheid

Een mooi oud woord, vergankelijkheid. Niets is blijvend, alles gaat voorbij.
Terugkijkend op de blogs die ik schreef zie ik dit thema regelmatig terugkeren.
Vergankelijk betekent dat alles verandert. Groeien, evolueren, ontwikkelen, fluctueren, transformeren, bewegen, vernieuwen, wijzigen, verlopen, vergaan, allemaal woorden die verwijzen naar hoe het leven verloopt.
Ik merk dat ik vooral word aangetrokken door dingen en mensen die al een heel leven achter de rug hebben en waarop de tekenen des tijds zijn achtergebleven oftewel de vergankelijkheid van het leven.
Natuurlijk, nieuw leven is prachtig en vernieuwingen moet je met beide handen aangrijpen, maar voor mij persoonlijk heeft de geschiedenis, in de zin van hoe het leven verloopt, meer aantrekkingskracht dan de toekomst, in de betekenis van hoe het leven zal gaan verlopen.
Het is niet dat ik terug wil naar vroeger, of graag leef te midden van oude spullen. Ons huis is modern en strak ingericht. Het is ook niet mijn wens om alles bij het oude te laten, juist niet.
Mijn plezier is het proces van verandering te observeren. Zo heb ik eens een jaar of vijf een groot deel van de tuin zijn eigen gang laten gaan. Het enige wat ik deed, was het pad vrijhouden. En dan maar kijken en verrast worden door wat er allemaal groeit en bloeit, o.a. brandnetels tot bijna twee meter hoogte (!), maar ook weer verdwijnt.
Kortom, het nieuwe of het oude heeft op zich voor mij niet de meeste aantrekkingskracht, maar hoe het nieuwe oud wordt.


Deze prachtige scene van de vergankelijke bibliotheek kwam ik enkele maanden geleden tegen in de blog van Edwin Mijnsbergen. De maker van dit beeld is Lori Nix. Bijzonder is dat het geen fotobewerking betreft. Hier kun je zien hoe dergelijke diorama’s of taferelen tot stand komen.
In de verte doet het mij denken aan de kijkdozen van vroeger, een schoenendoos waar je plaatjes en figuurtjes in plakte op verschillende afstanden om diepte te verkrijgen. Gekleurd papier moest het geheel wat meer sfeer geven. Een kijkgaatje zo goed mogelijk eruit gesneden en je kijkdoos was klaar om aan iedereen die je tegenkwam te laten zien.

1 opmerking:

mari zei

In een groot aantal 17de-eeuwse schilderijen zijn verwijzingen te vinden naar de vergankelijkheid van het aardse bestaan. Schilders herinnerden hun publiek aan de tijdelijkheid van het leven door middel van bijvoorbeeld schedels, verwelkte bloemen, zandlopers of uitgewaaide kaarsen.
Kunstwerken met een dergelijke symboliek moesten de kijker er toe aanzetten zijn leven nuttig te gebruiken en niet teveel waarde te hechten aan aardse geneugten.
Bron: rijksmuseum