donderdag 22 juli 2010

Rhodos 4 - Loslopend wild


Voor een spannende safari moet je niet op Rhodos zijn. Leeuwen zijn er alleen in steen. Toch kom je nog wel wat loslopend ongevaarlijk spul tegen. Dieren in een hok of achter hek of gaas heb ik daar niet gezien. Honden, maar vooral ook katten kom je overal op straat tegen. De laatste waren heel slank, om het eufemistisch uit te drukken. Buiten de dorpen moet je vooral goed opletten dat je geen geiten aanrijdt.
Hiermee is misschien wel driekwart van de fauna van Rhodos beschreven.
Voor de broodnodige variatie wist ik gelukkig nog enkele andere dieren voor de lens te vangen.



Dit soort slakjes zaten op houtige plantenstengels, boomstammen maar ook, zoals hier, op houten telefoonpalen of op ijzeren lantaarnpalen.

De poppen van cicaden op een olijfboom. Deze snerpende schreeuwers maken een hels kabaal om de vrouwtjescicaden te lokken. Hoe harder ze schreeuwen, hoe meer kans op een vrijpartijtje. Tja, het leven van een man gaat niet altijd over rozen.

Een dagje een scooter gehuurd en naar de vlindervallei afgereisd, waar de gestippelde harlekijn (Panaxia Quadripunctaria) in grote getale voorkomt. De vlinders worden aangetrokken door het gouden hars van de torax-bomen, die een naar vanille ruikende gom afscheiden.
De rode vleugels zie je alleen als ze vliegen of bijna dood zijn zoals deze.





Duiven komen wereldwijd voor. Ik vond het wel een grappige combinatie met die uil, die erbij zit alsof hij zegt: “Waag het niet om de boel onder te kakken.”

Omdat het water zo helder is zie je ieder visje zwemmen

Bij het zwemmen moet je wel opletten dat je niet op zulke zeeëgels gaat staan.

Deze meeuw ziet er een beetje zielig uit, vind ik, alsof het weer niet gelukt is een visje te verschalken.

Zwaluwtjes boven de ingang van het supermarktje. Lekker makkelijk voor de ouders, voer binnen handbereik.

Deze pauw zwierf ook wat rond bij één of andere bezienswaardigheid, was zo aan mensen gewend dat je moest oppassen om niet over hem te struikelen.

Dat gold ook voor deze bedelbok. Je stapte uit de auto en hij stond naast je.

Dit poesje had van het afgebrande huis uit de vorige blog z’n thuis gemaakt.

En deze diertjes zag ik hangen bij de groenteboer. Ik heb ze niet geproefd, want escargots zijn aan mij niet besteed.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten