.........maar nu even niet
woensdag 30 juni 2010
maandag 28 juni 2010
Afrikaanse gezichten
Afrika is natuurlijk veel meer en veel interessanter dan voetbal. Enkele weken geleden kochten Dorine en ik het boek Natural Fashion: Tribal decoration from Africa. Een schitterend fotoboek van Hans Silvester, een Duitse fotograaf, waarin mensen van de Ethiopische Omo Vallei in beeld worden gebracht. De mensen in dit gebied gebruiken vaak natuurlijke producten om zichzelf te decoreren voor feesten en rituelen. Prachtige foto’s van prachtige mensen gemaakt door een topfotograaf die de hele wereld heeft afgereisd en al verscheidene fotoboeken op zijn naam heeft staan.
zaterdag 26 juni 2010
De achtertuin 2
donderdag 24 juni 2010
Opgeblazen
Eind jaren zeventig maakte ik voor het eerst kennis met de kunst van Claes Oldenburg in het park van het Kröller-Muller Museum op de Hoge Veluwe. Een enorme blauwe troffel trok mijn aandacht. Dat zou een mooi standbeeld zijn voor mijn vader, dacht ik, die als metselaar zijn loopbaan op twaalfjarige leeftijd begon. Het heeft wel wat, zo’n opgeblazen voorwerp, een mooi statement waar je niet om heen kunt.
De van oorsprong Zweedse Oldenburg heeft later met zijn Nederlandse vrouw Coosje van Bruggen nog vele grote kunstwerken gemaakt die op hetzelfde idee geënt zijn: Alledaagse gebruiksobjecten zoals een schroef, een wasknijper en een tandenborstel uitvergroten tot enorme proporties.
Vele anderen, niet alleen kunstenaars, zijn met ditzelfde idee aan de haal gegaan. In de openbare ruimte kom je nog het meest de ‘reuzenstoel’ tegen.
In Barneveld is de ‘rode stoel’, oorspronkelijk eigendom van een meubelzaak, een bekend begrip.
De meeste ‘reuzenstoelen’ kwam ik op het internet in de Verenigde Staten tegen, waar, geloof ik, alles wat groter is dan bij ons.
Zo’n enorme stoel nodigt natuurlijk wel uit voor een foto waardoor we ineens allemaal op kaboutertjes gaan lijken.
De van oorsprong Zweedse Oldenburg heeft later met zijn Nederlandse vrouw Coosje van Bruggen nog vele grote kunstwerken gemaakt die op hetzelfde idee geënt zijn: Alledaagse gebruiksobjecten zoals een schroef, een wasknijper en een tandenborstel uitvergroten tot enorme proporties.
Vele anderen, niet alleen kunstenaars, zijn met ditzelfde idee aan de haal gegaan. In de openbare ruimte kom je nog het meest de ‘reuzenstoel’ tegen.
In Barneveld is de ‘rode stoel’, oorspronkelijk eigendom van een meubelzaak, een bekend begrip.
De meeste ‘reuzenstoelen’ kwam ik op het internet in de Verenigde Staten tegen, waar, geloof ik, alles wat groter is dan bij ons.
Zo’n enorme stoel nodigt natuurlijk wel uit voor een foto waardoor we ineens allemaal op kaboutertjes gaan lijken.
Zelfs (ex-)ministers willen het pluche wel even verruilen voor zo'n groot houten gevaarte. Misschien moeten we als bibliotheek ook zo'n trekpleister creëren: een uitvergroot boek, een enorme pagina of dichtregel of alleen een hele grote letter..., maar het kan natuurlijk ook door de bezoeker een ereplaats te gunnen op zo'n grote voorleesstoel.
maandag 21 juni 2010
Oranje
Oranje, oranje, oranje: Er wordt dus weer gevoetbald.
Het woord oranje is afkomstig van het Perzische narang (het Spaanse naranja), dat sinaasappel betekent. Ook in andere talen, o.a. Engels en Frans, wordt hetzelfde woord gebruikt voor 'oranje' en 'sinaasappel'.
De Franse stad Orange was ooit een centrum van sinaasappelhandel en dankt hier zijn naam aan. Het Nederlandse koningshuis dankt zijn naam weer aan die stad, dus eigenlijk heet onze majesteit Beatrix van Sinaasappel.
Als je buiten komt vliegen de oranje vlaggetjes je tegemoet. Je gaat zo langzamerhand overal oranje zien. Zelfs op het internet eisen ineens overal oranje producten je aandacht op.
Naast de selectie van van Marwijk presenteer ik hier mijn eigen Oranjeselectie:
Kent u dat ook? Oranjeverzadiging?
Het woord oranje is afkomstig van het Perzische narang (het Spaanse naranja), dat sinaasappel betekent. Ook in andere talen, o.a. Engels en Frans, wordt hetzelfde woord gebruikt voor 'oranje' en 'sinaasappel'.
De Franse stad Orange was ooit een centrum van sinaasappelhandel en dankt hier zijn naam aan. Het Nederlandse koningshuis dankt zijn naam weer aan die stad, dus eigenlijk heet onze majesteit Beatrix van Sinaasappel.
Als je buiten komt vliegen de oranje vlaggetjes je tegemoet. Je gaat zo langzamerhand overal oranje zien. Zelfs op het internet eisen ineens overal oranje producten je aandacht op.
Naast de selectie van van Marwijk presenteer ik hier mijn eigen Oranjeselectie:
Kent u dat ook? Oranjeverzadiging?
vrijdag 18 juni 2010
donderdag 17 juni 2010
Het succes van Apple
Apple doet het goed. Het ene product is nog niet op de markt of de volgende uitvinding wordt al weer aangekondigd. En… de Apple-tjes vliegen over de toonbank. Hoe doen ze dat toch?
En kunnen wij er wat van leren?
Er zijn een aantal zaken die opvallen bij Apple. Ze zijn eigenwijs, volgen hun eigen lijn. Ze luisteren goed naar de klant, maken producten met veel gebruiksgemak. Ze maken mooie producten, zo mooi dat heel veel mensen een nieuwe iPad of iPhone persé willen hebben, of ze er een nodig hebben of niet. En tenslotte zorgt Apple voor een uitstekende publiciteit.
Laten we die belangrijke punten in ons achterhoofd houden als we nadenken over hoe we de bibliotheek kunnen verbeteren.
De geschiedenis van Apple begint in 1976 als de vrienden Steve Jobs en Steve Wozniak de eerste Apple I in elkaar knutselen, één van de eerste personal computers. Het bedrijf is niet altijd succesvol geweest. Toen beide Steves waren vertrokken ging het bergafwaarts. Steve Jobs kwam terug en met hem het succes. Het laatste nieuws is dat van de nieuwste iPhone die nog moet uitkomen er al 600.000 zijn besteld.
Zoals Appleproducten een grote aantrekkingskracht uitoefenen op jong en oud, zo zou de bibliotheek weer een plek moeten worden waar je gewoon wil zijn omdat de bibliotheek het heeft.
In mijn baan als onderzoeker bij de TH Twente maakte ik kennis met de Apple MacIntosh. Een enkeling had daarover de beschikking en iedereen vergaapte zich aan de grafische mogelijkheden die toen uitzonderlijk waren, maar nu een lachertje zouden zijn. De meeste medewerkers moesten het doen met een logge IBM-computer. De server, er waren nog niet veel computers in Nederland, stond bij de Universiteit van Leiden en via de telefoon werden mogelijke storingen aangekondigd: “Over tien minuten gaat het systeem waarschijnlijk plat zorg dat je je data hebt opgeslagen op een diskette.”
Het is nog maar zo’n 25 jaar geleden, maar het lijkt wel het oertijdperk.
Wel aardig overigens dat je je kinderen kunt vertellen dat je nog in een tijd bent geboren waarin er nog geen computers waren. Zo’n wereld kunnen zij zich niet meer voorstellen en toch was het leven toen ook best te leven.
En kunnen wij er wat van leren?
Er zijn een aantal zaken die opvallen bij Apple. Ze zijn eigenwijs, volgen hun eigen lijn. Ze luisteren goed naar de klant, maken producten met veel gebruiksgemak. Ze maken mooie producten, zo mooi dat heel veel mensen een nieuwe iPad of iPhone persé willen hebben, of ze er een nodig hebben of niet. En tenslotte zorgt Apple voor een uitstekende publiciteit.
Laten we die belangrijke punten in ons achterhoofd houden als we nadenken over hoe we de bibliotheek kunnen verbeteren.
De geschiedenis van Apple begint in 1976 als de vrienden Steve Jobs en Steve Wozniak de eerste Apple I in elkaar knutselen, één van de eerste personal computers. Het bedrijf is niet altijd succesvol geweest. Toen beide Steves waren vertrokken ging het bergafwaarts. Steve Jobs kwam terug en met hem het succes. Het laatste nieuws is dat van de nieuwste iPhone die nog moet uitkomen er al 600.000 zijn besteld.
Zoals Appleproducten een grote aantrekkingskracht uitoefenen op jong en oud, zo zou de bibliotheek weer een plek moeten worden waar je gewoon wil zijn omdat de bibliotheek het heeft.
In mijn baan als onderzoeker bij de TH Twente maakte ik kennis met de Apple MacIntosh. Een enkeling had daarover de beschikking en iedereen vergaapte zich aan de grafische mogelijkheden die toen uitzonderlijk waren, maar nu een lachertje zouden zijn. De meeste medewerkers moesten het doen met een logge IBM-computer. De server, er waren nog niet veel computers in Nederland, stond bij de Universiteit van Leiden en via de telefoon werden mogelijke storingen aangekondigd: “Over tien minuten gaat het systeem waarschijnlijk plat zorg dat je je data hebt opgeslagen op een diskette.”
Het is nog maar zo’n 25 jaar geleden, maar het lijkt wel het oertijdperk.
Wel aardig overigens dat je je kinderen kunt vertellen dat je nog in een tijd bent geboren waarin er nog geen computers waren. Zo’n wereld kunnen zij zich niet meer voorstellen en toch was het leven toen ook best te leven.
Abonneren op:
Posts (Atom)