donderdag 29 april 2010

eBooks in bibliotheken













Getipt door Jan en Edwin Mijnsbergen, een belangwekkend rapport van TNO, in opdracht van Bibliotheek.nl over eBooks (of Ebooks of e-boeken).
Vandaag verscheen dit rapport waarbij de opdracht was te onderzoeken welke behoefte er bij de klant is aan eBooks en hoe deze door de bibliotheken vervuld kan worden (met een duur woord propositie voor de klant).

Ik heb het rapport in grote lijnen, dus a la 23 dingen, doorgenomen en een paar uitspraken vielen mij op. Zo stelt TNO dat het nu het moment is om een dienstverlening rond eBooks te gaan ontwikkelen voor de bibliotheken. De populariteit is in de afgelopen twee jaar sterk toegenomen.
Begin 2008 zei nog slechts 2% de intentie te hebben een eReader te kopen, 42% gaf aan dat het onwaarschijnlijk is dat zij tot aanschaf zouden overgaan en 45% zei dat ze dat zeker niet zouden doen.
In oktober 2009 zegt al 20% van de ondervraagden dat ze geïnteresseerd zijn in eBooks en 7% heeft al eens een eBook op een eReader gelezen.
TNO raadt af om zelf eReaders te gaan uitlenen vanwege de hoge risico’s en de kosten (kapotte apparaten, vermissing, helpdesk en snelle veroudering). Wel wordt gesteld dat eReaders heel goed als demo gebruikt kunnen worden in de bibliotheek.
Voor de dienstverlening moeten de bibliotheken zich vooral richten op de content. En aangezien de content digitaal is moet niet meer lokaal gedacht worden maar ligt een landelijke dienst via Bibliotheek.nl meer voor de hand.
Het volledige rapport kun je hier lezen en downloaden. Schrik niet van de gebruikte marketingtermen en afkortingen zoals USP (Unique Selling Proportion) en DRM (Digital Right Management) e.d. Het rapport zelf zit simpel in elkaar: Eerst een samenvatting, vervolgens een hoofstuk waarin in grote lijnen de boodschap verteld wordt en tenslotte wordt in hoofdstuk twee wat uitgebreider ingegaan op de verschillende aspecten die in het eerste hoofdstuk aan bod gekomen zijn.

Je reactie op het rapport kun je bij Bibliotheek 2.0 hier kwijt waar Bibliotheek.nl een pagina heeft aangemaakt voor reacties.

woensdag 28 april 2010

De levenscyclus van informatiedragers

Enkele dagen geleden viel mijn oog op het bericht dat Sony de productie van floppydisks of diskettes stop zet. Nu dacht ik zelf dat deze geheugenschijfjes al lang verdwenen waren, maar er blijken er vorig jaar nog 12 miljoen van verkocht te zijn. Dat is wel vele miljoenen minder dan enkele jaren geleden, dus trekt Sony de stekker uit dit product.
Einde van de eerste externe ‘harde’ schijfjes. Hard tussen aanhalingstekens want de eerste grote floppydisks waren juist heel buigzaam.

De diskettes zijn nog behoorlijk lang meegegaan, zo’n 30 jaar. De standaard diskettes van de laatste jaren bevatte een geheugenruimte van 1,44 MB. Zet dat eens af tegen de opslagcapaciteit een willekeurige USB-stick of, voor een nog groter verschil, een externe harde schijf. Dan praat je al snel over een verschil in enkele tot honderden Gigabytes.
Het is daarom ook niet vreemd dat de diskette aan het eind van zijn levenscyclus is gekomen.

Dat doet me denken aan de levenscyclus van het boek. Waar zal het huidige boek zich bevinden? Is het nog jong en levenslustig en gaat het nog honderden jaren mee of moeten we al spreken over een hoogbejaarde die aan haar laatste levensjaren toe is.
Vanmorgen hebben we allemaal een prachtig apparaatje gekregen, een bewonderenswaardig stukje techniek, dat met gemak de tekst van wel meer dan honderd boeken kan bevatten. Het scherm is al weer tientallen malen beter dan enkele jaren terug. De grootste internetboekhandel in de Verenigde Staten Amazon.com verkocht tijdens de kerstdagen vorig jaar meer e-boeken dan gewone boeken.
Zal de e-reader het boek binnen afzienbare termijn uit de schappen werken? Zo ja, wat gaat dat voor bibliotheken betekenen? Of zal het boek nog heel lang blijven bestaan? Allemaal vragen waar ik natuurlijk ook geen antwoord op heb.
Twee dingen staan voor mij vast: Ieder product heeft een levenscyclus, een begin en een eind. Dat geldt ook voor het boek. We weten wel dat het boek inmiddels enkele honderden jaren oud is maar we weten niet in welke levensfase hij nu is aanbeland.
Ten tweede kan de invloed op onze maatschappij van de computer en het daar aan gerelateerde internet mijns inziens nauwelijks overschat worden. Wat gedigitaliseerd kan worden zal vroeg of laat ook gedigitaliseerd worden. Voor beeld en geluid is dit al enkele jaren gemeengoed, voor tekst neemt dit dagelijks toe.
Opmerkingen als: “Dat boek verdwijnt heus niet hoor”, of “dat zal zo’n vaart niet lopen”, kunnen, hoewel voor de hand liggend, achteraf weleens roekeloze opmerkingen blijken te zijn. De toekomst kunnen we niet voorspellen, maar we moeten wel proberen ontwikkelingen in de maatschappij nauwlettend te volgen en daarnaar gaan handelen.
Ik ben benieuwd hoe het lezen van mijn eerste e-boek zal bevallen. Wellicht geeft dat ook weer informatie over de vitaliteit van het ons zo vertrouwde fysieke boek.
Heb je overigens thuis nog diskettes liggen of een stel van die slappe gevallen? Hier een paar ideetjes voor hergebruik.



maandag 26 april 2010

Surinamers

Naar aanleiding van het verblijf van Dorine in Suriname tot nu toe vooral geschreven over de Nederlandse invloed die daar nog overal zichtbaar is.
Deze blog gaat over de Surinamers zelf. Geen verhaal over wat zij doen of niet doen maar gewoon een paar prachtige foto’s van Surinaamse vrouwen en kinderen die ik op internet tegenkwam.
Zie het als een eerbetoon aan een land dat wij natuurlijk nooit als kolonisten zomaar hadden moeten inpikken.
De eerste foto vind ik het mooiste beeld, bijna een icoon zoals Het Melkmeisje van Vermeer.










Je ziet dat de web2.0-generatie ook in Suriname is aangetreden. Door de komst van internet en de mobieltjes zit niemand meer op een eiland of eenzaam in het oerwoud. We vormen samen steeds meer één groot netwerk.

zondag 25 april 2010

Kwatta

Na Onverwacht en Onverdacht (zie mijn blog van gisteren) kwam ik de naam Kwatta tegen in Suriname. Kwatta kende ik alleen van de chocolaatjes en van de slagzin: “Aller ogen zijn gericht op Kwatta”. Nu blijkt de oorsprong van de chocoladefabriek van Breda in Suriname te liggen.
De Nederlander Joseph Gustaaf van Emden, roepnaam Joost en geboren in Paramaribo, is halverwege de 19e eeuw planter op de cacaoplantage Kwatta van zijn vader Elias.

Joost heeft nog vijftien(!) broers en zussen én nog twee halfbroers, maar dat verhaal moet een andere keer verteld worden.

Volgens Wikipedia en enkele andere sites verwijst Kwatta naar het begrip kwart omdat één vierde van het chocoladerecept uit cacao bestaat.
Een andere, meer waarschijnlijke verklaring lijkt mij dat de plantage genoemd is naar de diersoort kwatta, een zwarte slingeraap die in Suriname voorkomt. Deze aap wordt behalve kwatta(aap) ook wel bosduivel of spider monkey genoemd en zijn officiële naam is Ateles Paniscus (Linnaeus, 1758).

In 1877 vertrekt van Emden naar Nederland en richt samen met P.A. de Bont de Stoomchocoladefabriek Kwatta te Breda op. De Bont had al een banketbakkerij die zich bezighield met de fabricage van suikerwerk en het machinaal produceren van Engelse pepermunt (de Faam-pepermunt wordt nog steeds gemaakt in Breda).
De echte doorbraak kwam in 1907, toen zij de eerste verpakte chocoladereep op de markt brachten.

Het leger was in eerste instantie de enige grote afnemer. De chocoladereep kreeg een nieuwe naam, Manoeuvre Chocolaad en op de verpakking verschenen afbeeldingen van een soldaat en een matroos.
Het soldaatje werd het middelpunt van een grote reclamecampagne. Je kon voor tinnen speelgoedsoldaatjes sparen door de soldaatjes uit de verpakking te knippen. Hiermee zorgde Kwatta voor de allereerste spaaractie in Nederland.
Het begrip innovatie werd waarschijnlijk toen nog niet gehanteerd, maar de Kwattafabriek had vernieuwing blijkbaar hoog in het vaandel staan. Kwatta werd een begrip dat algemeen werd gebruikt voor chocoladereep.

In Brabant zeggen sommige ouderen nog wel: "Motte gij un stukske kwatta?"


Na de tweede wereldoorlog begon de opmars van de candybars (Mars, Nuts, Snickers e.d.). Dit betekende uiteindelijk dat de Kwattafabriek in de zeventiger jaren van de vorige eeuw failliet ging. Het einde werd gemarkeerd door het opblazen van de fabrieksschoorsteen op 6 februari 1979. Op de plaats van de fabriek staan nu woningen.


Het merk Kwatta is blijven voortbestaan in België, waar de Nederlandse eigenaren in de betere tijden ook een fabriek hadden. Na in diverse handen te zijn geweest is het nu een onderdeel van Heinz en worden er nog drie producten op de markt gebracht onder de naam Kwatta: chocopasta, hagelslag en cacaopoeder.





De cacaoplantage Kwatta in Suriname is al lang verdwenen. Op die plaats staat nu een villapark. Klik hier als je belangstelling hebt voor een leuk tweede huis in Kwatta.



Einde van een lange chocoladegeschiedenis, Kwatta weg uit Nederland maar één van de belangrijkste verkeersaders in Paramaribo heet nog steeds de Kwattaweg.


zaterdag 24 april 2010

Onverwacht

Een kort en krachtig SMS-bericht van Dorine ontvangen vanuit Paramaribo: “Goed aangekomen”. Dan denk je: “Mooi, maar in wat voor land is zij eigenlijk aangekomen?”.
Suriname was één van onze koloniën waar we de slavernij pas heel laat afschaften, het grootste gedeelte is vooral oerwoud en de rol van Desi Bouterse is nog steeds niet uitgespeeld. Daar houdt mijn parate kennis wel zo’n beetje op.
Alweer blijkt internet dan een heel aardige plek te zijn waar je, al surfend van het één naar het ander, je algemene kennis over zo’n land wat kan opkrikken.

Als liefhebber van atlassen viel mijn oog op de plaatsnaam Onverwacht. Ik dacht dat zulke plaatsnamen alleen voorkwamen in de Atlas van de belevingswereld, maar blijkbaar bestaan er ook in het echt zulke exotische namen. Onverwacht telt ongeveer 2.000 inwoners en ligt enkele tientallen kilometers ten zuiden van Paramaribo. Overigens ligt in de buurt van Onverwacht… het dorp Onverdacht.
De geschiedenis van Onverwacht is sterk verbonden met de Lawaspoorweg. Oorspronkelijk bestond het dorp voornamelijk uit een tabaksplantage. Toen de slavernij werd opgeheven kochten acht voormalige slaven de grond en begonnen een houtplantage.

Veel later, ten tijde van de goudkoorts, begin 20e eeuw, werd een spoorlijn aangelegd.
Cornelis Lely, de ingenieur van de afsluitdijk, wilde destijds alleen gouverneur van Suriname worden als hij de aanleg van de spoorlijn ter hand mocht nemen. Niet alles, wat Lely uitvoerde werd goud in zijn handen. De aanleg van de lijn ging met grote moeilijkheden gepaard en bleek al snel onrendabel.
De oorspronkelijke lijn zou zo’n 350 kilometer lang worden, maar door tegenvallende goudvondsten is slechts de helft aangelegd. Halverwege het traject komt men bij de rivier Suriname. Hier was een spoorbrug gepland, maar de bouw ervan stuitte op zoveel problemen dat tenslotte werd gekozen voor een 300 meter lange kabelbaan. Men stapte dus uit de trein, vervolgens de gondel in, en zette aan de overkant van de rivier de reis voort in een volgende trein.
De lijn werd nog lange tijd gebruikt als boemeltreintje voor vervoer naar Paramaribo, maar werd diverse malen ingekort, onder meer door het ontstaan van het Prof Dr. Ir. W.J. van Blommesteinmeer, dat later de naam Brokopondostuwmeer kreeg, waardoor delen van het traject onder water kwamen te staan.

De natuur kreeg steeds meer vrij spel en overwoekerde grote delen van de spoorrails. De laatste trein reed in 1987 naar Onverwacht en bleef daar staan. Nog steeds kunnen daar de treinstellen in hun vergane glorie bewonderd worden.
Ook de poging van Peter Sul van Lovers Rail om in de jaren negentig de lijn voor toeristen weer te openen liep op een mislukking uit. Peter Sul? Lovers Rail? Soms raakt een mens of maatschappij wel heel snel in de vergetelheid.

donderdag 22 april 2010

Afscheid

Vanmorgen op Schiphol afscheid genomen van Dorine. Zij is voor haar werk ruim een week naar Suriname. Het heeft even geduurd voordat er een vliegtuig die richting opvloog vanwege de aswolk, maar vandaag is zij dan toch vertrokken.
En omdat er vanmorgen geen tijd was om nog veel tegen elkaar te zeggen (lange rijen auto’s met ongeduldige uitstappende medepassagiers), laat staan elkaar toe te zingen hier maar een filmpje geplaatst dat wel toepasselijk is als je lief op het vliegtuig stapt.
Wellicht leest Dorine deze blog in Paramaribo en pinkt zij een traantje weg bij zo’n romantische geste :-)



Bij het zoeken van bovenstaande soundtrack van de film Bodyguard, kwam ik nog een wonderbaarlijk goede versie tegen van I will always love you, uitgevoerd door een Taiwanese jongen, genaamd Lin Yu Chun. Zijn optreden in een soort Idolsprogramma bezorgde hem meteen de kwalificatie van een tweede Susan Boyle, de Schotse huisvrouw die in een vergelijkbaar programma de sterren van de hemel zong.
Lin is ook zo’n gewone jongen maar met een zeer verrassende zangcapaciteit.



Iedere keer blijkt dat internet een verzamelplek is van talloze verrassingen. Een Taiwanees die een Engels liedje zingt zomaar in je huiskamer als jij op een link klikt. Nog geen tien jaar geleden was dat ondenkbaar.

woensdag 21 april 2010

Reuzenrad

Vorige week was er kermis in Harderwijk met een echt reuzenrad. Ik liep er langs op een zonnig tussendemiddagrondje. Zo’n rad ziet er indrukwekkend uit als je onderaan staat en laat een mooi lijnenspel zien.
Het reuzenrad is ook wel een mooi beeld voor de situatie waarin wij beland zijn. We zijn met 23 dingen in beweging gekomen, rustig aan en niet te snel. We zijn tenslotte bibliotheekmensen die niet zitten te springen om heen en weer geslingerd te worden zoals in die andere apparaten op de kermis.
Maar we zitten inmiddels wel met z’n allen in het digitale bootje en we gaan omhoog en stijgen, als we deze lijn vasthouden, tot grote hoogte.
En iedereen die weleens in een reuzenrad gezeten heeft, weet dat het uitzicht schitterend is als we eenmaal bovenin zijn.
Hou dat maar voor ogen, we zijn ingestapt, op weg naar boven en het uitzicht wordt alleen maar mooier.
Leuk toch om in zo’n organisatie te werken?


dinsdag 20 april 2010

Geloven

Aswolk boven Nederland

Aswolk?

Aswolk!


Iets geloven wat je niet zelf kunt zien.
Soms zit er niets anders op.

Bloggen


Een blog maken is leuk om te doen. Ik kan het iedereen aanraden. Je kunt alle kanten op. Je kunt schrijven over wat je maar wil.
Je kunt ook foto’s of filmpjes plaatsen of interessante links doorgeven of een recensie schrijven of er een persoonlijk dagboek van maken. En of je daarbij je ziel en zaligheid blootlegt, mag je helemaal zelf bepalen. Realiseer je wel dat niet iedereen daarvan gecharmeerd is :-)


Een blog kun je vrij simpel houden door bijvoorbeeld alleen wat te schrijven over een bepaald onderwerp waarover jij iets wilt meedelen aan de wereld. Je kunt je echter ook helemaal uitleven met een prachtige lay-out. Met een beetje creativiteit maak je door de vele mogelijkheden al gauw de aardigste dingen.
Alleen al omdat ik nu weet hoe je op eenvoudige wijze een blog op het internet zet en vorm kan geven, ben ik blij dat ik de cursus 23 dingen gedaan heb.


Dankzij Helene Blowers maar vooral ook door Rob en natuurlijk ook dankzij onszelf zijn we in de afgelopen maanden heel wat wijzer geworden op digitaal gebied.
Rob, geen 23 dingen certificaat voor jou, dat heb jij niet meer nodig, maar een digitale hulde voor deze leuke cursus.

zondag 18 april 2010

Veranderen

Niets leuker dan oude foto’s bekijken van mensen die je kent en daarbij constateren hoezeer zij en de mode veranderd zijn, maar ook dat bepaalde gelaatstrekken nog steeds herkenbaar zijn.
Op YouTube vind je verschillende filmpjes waarbij mensen iedere dag een foto van zichzelf nemen en deze vervolgens aan elkaar plakken. Je ziet dan vooral hun haar heel vaak veranderen. Het verouderingsproces verloopt veel langzamer. Klik hier voor een voorbeeld.
Hieronder een filmpje van Hillary Clinton waarbij de veranderingen zijn vastgelegd aan de hand van honderden foto’s die in de loop der tijd van haar zijn genomen.


Twee weken geleden hebben wij een familiefeest gegeven omdat Dorine 60 jaar was geworden. Omdat we allebei al een behoorlijk stuk leven achter de rug hadden voordat wij elkaar ontmoetten, vonden we het wel leuk om wat oude foto’s van vroeger aan beide families te laten zien zodat zij ook een indruk kregen van wie wij waren voordat wij elkaar tegenkwamen.
Vele dozen met foto’s later (we zijn allebei niet erg inplakkerig van aard) hadden we toch een leuke verzameling beelden van ons leven van baby tot nu.
Omdat ik het meestal zeer waardeer als mensen wat van zichzelf laten zien, ga ik er maar even vanuit dat het ook andersom geldt. In ieder geval zijn we door Rob regelmatig opgeroepen om vooral te delen met elkaar.
Ben benieuwd vanaf welke van de onderstaande foto’s jullie je collega Bas herkennen.


Soms hoef je niets te doen om te veranderen, ouder worden gaat namelijk vanzelf.